Geschiedenis Egypte
Weinig landen kennen zo’n indrukwekkend en invloedrijk verleden als het mysterieuze Egypte. Om alles te weten te komen over de historie van het land heeft u waarschijnlijk aan een mensenleven niet genoeg. Vanaf het Oude Rijk met z’n eerste farao’s tot de komst van de Islam, Egypte was altijd aan grote veranderingen onderhevig en is vandaag de dag een land dat nog altijd in beweging is. Het land heeft veel verschillende heersers, geloven, dynastieën en hoofdsteden gekend.Gelukkig vindt u in Egypte genoeg sporen uit het verleden, zodat u van de oudheid kunt genieten in het heden.
Het Oude Rijk
Ongeveer 20.000 jaar geleden veranderde Egypte langzaam in een grote droge vlakte. Mensen leefden altijd verspreid en waren afhankelijk van de bossen en wouden. Toen deze verdwenen moesten de mensen een eenheid vormen en het vruchtbare gebied langs de Nijl opzoeken. Op deze manier ontstond een van de allereerste beschavingen ter wereld. De aanwezigheid van de droge woestijn werd steeds dominanter en jagers zochten behalve de Nijl, ook de oases op. Egypte werd verdeeld in twee gebieden die de ‘Twee Landen’ werden genoemd.
Deze ‘landen’ hadden eigen heersers, goden en een eigen hoofdstad. In 3100 voor Christus veroverde het toenmalige Opper-Egypte het noorden van het land en stichtte het machtige Memphis, op de grens van de Twee Landen. Dit was een nieuwe hoofdstad en lag bij het huidige Cairo. In deze periode ontstond de eerste dynastie. Over de vroegdynastieke periode is weinig betrouwbare informatie bekend. Materiaal uit de koningsgraven werd vaak verbrand.
De heerschappij van de farao’s tussen 2686 en 2181 (3e tot de 6e dynastie) voor Christus wordt bestempeld als het Oude Rijk. In deze tijd komen we een van de eerste farao’s tegen; Djoser. Zijn architect, Imhotep, ontwikkelde de eerste trappiramide. Farao’s die later aan de macht kwamen perfectioneerden op hun beurt deze piramide. Dit is onder andere te zien bij de wereldberoemde Piramiden van Gizeh die schitterend met kalksteen werden bedekt.
Dit is het bewijs van een bloeiperiode in de geschiedenis van Egypte met machtige farao’s die een centraal gezag voerden. Tussen 2498 en 2345 voor Christus werd deze absolute macht van de farao’s minder. Tijdens de 6e dynastie werden belangrijke functionarissen niet meer bij hun farao begraven, maar in het gebied waar ze vandaan kwamen. De Piramide van Oenas was een van de laatste piramide uit dit tijdperk en was meer een grote puinhoop dan een mooi graf te noemen.
Het Middenrijk
Zoals veel later in de geschiedenis van het land zou blijken, werd Egypte vaak onderdrukt of veroverd door heersers van buitenaf. In de periode van het Middenrijk was dit juist andersom. In 2060 voor Christus kwam Mentoehotep I aan de macht en zorgde voor politieke rust in het hele land. In de periode hiervoor werd lange tijd gestreden om de macht. Nu werden veldtochten georganiseerd om gebieden te veroveren en de handel maakte een bloeiperiode mee. Doordat het Egypte in deze periode economisch voor de wind ging, konden mensen een uitgebreidere begrafenis betalen om hun positie in het hiernamaals veilig te stellen.
Er zijn prachtige graftombes uit deze tijd teruggevonden, waaronder de bekende rotsgraven van Beni Hassan in al-Minja. Tijdens het Middenrijk werd Thebe, nu Luxor, de hoofdstad van het land. De Egyptische cultuur en architectuur ontwikkelde zich verder en droegen bij aan prachtige bouwwerken, zoals de Piramide van Amenemhat III in de oase van al-Fajoem. Toen de uit Syrië afkomstige ‘Hyksos’ Egypte binnenvielen kwam er een einde aan het Middenrijk.
Het Nieuwe Rijk
Deze periode (1570-1070 voor Christus) wordt gezien als de Gouden Eeuw van Egypte. De architectuur en kunst ontwikkelde zich nog meer. Er werden belangrijke uitvindingen gedaan met het begin van de IJzertijd. De beroemdste farao’s (18de - 20ste dynastie) komen uit deze tijd. Denk hierbij aan namen als Amenhotep I, Seti I, Toetanchamon en alle Ramesanen (Ramses I tot en met Ramses XI). In 1567 joeg de Thebaanse heerser Amosis I de Hyksos het land uit en stichtte een groots en machtig Egyptisch Rijk. Dit was het begin van het Nieuwe Rijk met ongekend machtige farao’s.
De heersers uit het Nieuwe Rijk werden begraven in het legendarische Dal der Koningen bij Luxor. Niet langer was het graf zelf het middelpunt, maar de graftempel. In het Dal der Koningen zijn wereldberoemde ontdekkingen gedaan, waarvan de beroemdste het graf van Toetanchamon is geweest met z’n onwaarschijnlijk mooie schatten, waaronder zijn gouden dodenmasker en sarcofaag.
Een zeer revolutionaire en omstreden farao was Amenhotep IV. In Egypte had men vroeger een staatsgod. Amenhotep IV schafte de staatsgod Amon af en verving deze voor de zonnegod Aton. Dit was voor hem de enige god die telde in Egypte. Het gevolg van het afschaffen van deze voormalige staatsgod was dat de priesters hun functie niet meer konden uitoefenen.
Toen Toetanchaton, de schoonzoon van Achnaton, op tienjarige leeftijd aan de macht kwam werd hij aangespoord zijn naam te veranderen in Toetanchamon om zo de staatsgod Amon, in ere te herstellen. De (naar het schijnt) beeldschone vrouw van Amenhotep IV, koningin Nefertiti, had veel aanzien. De bekende buste van haar hoofd is te zien in het Egyptisch Museum in Berlijn.
In het oude Egypte was een farao die boven alle andere uitsteeg; Ramses II. Op zijn naam werden kolossale bouwwerken geplaatst langs de Nijl om mensen af te schrikken, maar vooral om zichzelf te eren. Het gigantische beeld van Rames II in Abu Simbel is een van de vele bewijzen van zijn grote macht. Deze farao is niet alleen zo invloedrijk geweest vanwege zijn lange regeerperiode van maar liefst 67 jaar, maar ook vanwege de oorlogen die hij voerde met de Hittieten.
De vader van Rames II, Seti I, was eigenlijk nog veel genialer. Onder zijn bewind kreeg de kunst een artistieke opleving en hij herstelde tegelijkertijd het land door tactisch slimme oorlogen te voeren. De laatste machtige farao van het Nieuwe Rijk was Ramses III. Hij wist in zijn regeerperiode van ruim 30 jaar heel wat tegenslagen te overleven.
Alexander de Grote en Ptolemaeus
Nadat het Nieuwe Rijk met de laatste farao’s verdwenen was en daarmee eigenlijk een hele wereld was weggevaagd, werd 700 jaar lang om de macht in Egypte gevochten. De Perzen namen uiteindelijk de macht over, maar hun macht bleek niet voor eeuwig te zijn. In 333 voor Christus versloeg de legendarische Alexander de Grote het Perzische leger en het land was van hem.
Zoals de lange historie van Egypte al had aangetoond was de hoofdstad van het land onder de verschillende machthebbers meerdere malen verplaatst. Alexander de Grote stichtte op zijn beurt een nieuwe hoofdstad: Alexandrië. Deze stad werd de schakel tussen het oude Egypte en het land van de Grieken. Hier groeide de wetenschap, literatuur en kunst tot een hoog niveau. De stad werd een machtig handelscentrum.
Na de dood van Alexander de Grote werd zijn generaal, Ptolemaeus, de koning van Egypte. Hij ging verder met het veroveren van gebieden waaronder Palestina. Hij probeerde de oude Egyptische cultuur terug te brengen door, onder andere, traditionele tempels langs de Nijl te bouwen. Op lange termijn had dit weinig effect, want Ptolemaeus richtte zich vooral op de hoofdstad Alexandrië die hij samen met Alexander de Grote had gebouwd. De hoofdstad groeide verder uit tot het middelpunt van een totaal nieuwe wereld. De romantiek van het oude Egypte was definitief voorbij.
Cleopatra
In de tijd van de gladiatoren, voordat Egypte echt onafhankelijk werd, waren het vaak de vrouwen die de touwtjes in handen hadden in het land. Koningin Cleopatra regeerde van 51 tot 30 voor Christus en probeerde dit vooral te doen door zo goed mogelijk haar vrouwelijkheid te gebruiken. Ze was getrouwd met haar broer Ptolemaeus XIII. Julius Caesar versloeg de Egyptische vloot en haar broer verdronk.
Ze trouwde vervolgens met haar jongere broer en werd ook nog eens de minnares van Julius Caesar die haar oudere broer en echtgenoot had vermoord. Toen ook hij overleed probeerde ze de opvolger van Caesar, Marcus Antonius, te verleiden en ze had weer succes.
De Romeinen en christenen
Marcus Antonius en Cleopatra werden verslagen door de Romeinen en keizer Augustus kwam aan de macht in het land dat ooit door farao’s werd geregeerd. Hij voerde veranderingen door, maar liet de belangrijke hoofdstad Alexandrië voor een groot deel met rust. De keizer had vooral interesse in de graanoogst van het land. Hij herstelde de tempels in het land, de herinneringen aan de Egyptische oudheid, en Romeinse heersers lieten zich plaatsen in het Egyptische godenpatroon om nog meer aanzien te krijgen.
De Egyptische beschaving leek onverslaanbaar totdat Sint-Marcus naar Egypte kwam en het christelijk geloof verkondigde. Veel Egyptenaren lieten zich bekeren. De religieuze teksten waren vertaald in het koptisch waardoor veel Egyptenaren het begrepen. Ook zagen zij overeenkomsten tussen het christelijk geloof en de Egyptische goden. In de 5de eeuw kwam de koptische kerk op zichzelf te staan, doordat steeds meer mensen vraagtekens zette bij het verhaal van Jezus.
De komst van de islam
In het begin van de 7de eeuw kreeg Egypte bezoek van Arabische moslims die op veroveringstocht waren. Vanaf het jaar 636 werden grote gebieden veroverd, waaronder heel Noord-Afrika. Zoals een paar eeuwen eerder het Christendom Egypte in z’n greep kreeg gebeurde dit nu met de Islam. De jonge handelaar Amr ibn al-As bezocht Egypte ooit en keerde in 639 na Christus terug met een paar duizend soldaten.
Ze versloegen het Byzantijnse leger en een paar maanden later werd Alexandrië ingelijfd. Hiermee was Egypte definitief overgenomen door de Arabieren en werd het land een provincie van het grote Arabische Rijk. Het Egyptische volk protesteerde bijna niet, omdat de Arabieren niemand dwong om zich tot de Islam te bekeren. Iedereen mocht geloven wat hij wilde, als er maar voldoende belasting werd betaald.
De veroveraar werd zelfs een populaire man. Aan het belangrijke Alexandrië werd weinig aandacht besteedt en Amr vertrok naar de (zoveelste) nieuwe hoofdstad van Egypte; Fustat. Van hieruit heeft Caïro zich langzaam ontwikkeld tot de wereldstad die het nu is.
De kaliefen regeerden over Egypte. De Islam is gebaseerd op de Koran van Mohammed. Toen hij stierf in 632 verspreidden zijn volgelingen het geloof. ‘Kalief’ betekent in het Arabisch volgeling. In 868 kwam Ahmed ibn Toeloen naar Egypte en stichtte er de eerste onafhankelijke dynastie sinds Cleopatra. Na een tijd van 40 jaar kregen de kaliefen vervolgens de macht weer in handen.
Tientallen jaren later vielen de Fatimiden Egypte binnen. Onder deze grootmacht werden sprookjesachtige paleizen gebouwd en de allereerste universiteitsmoskee, zodat moslims opgeleid konden worden. In de 12de eeuw kwam er op vreedzame wijze een einde aan de Fatimidische overheersing en de Koerd Saladin kwam aan het roer te staan. Hij bouwde de bekende Citadel, een middeleeuws fort in het hartje van Caïro.
De Mammeloeken en Osmanen
Tussen 1250 en 1382 ontstond de eerste dynastie van Mammeloekse sultans. Van oorsprong waren de Mammeloeken Turkse slaven die naar Egypte werden gestuurd en tot de islam werden bekeerd. De heersende Mammeloekse sultan werd ondersteund door soldaten. De Mammeloeken waren enerzijds erg gewelddadig, maar bouwde aan de andere kant mooie luxe gebouwen. Het huidige islamitische Caïro kreeg onder hun bewind scholen en ziekenhuizen.
De bloei van de architectuur onder de Mammeloeken duurde nog geen 20 jaar; in de 16de eeuw werd Egypte opnieuw veroverd, ditmaal door Osmaanse Turken. Het rijke Egypte kreeg steeds minder inkomsten en moest alleen bijdragen aan de schatkist van zijn zoveelste buitenlandse overheerser. Het was erg tragisch wat er met het fabelachtige Egypte gebeurde: het raakte in een isolement en werd een verlaten, maar vooral vergeten land.
De weg naar het modernisme
In 1798 kwam Napoleon Bonaparte naar Egypte en haalde het land uit het isolement. Hij had oog voor de overblijfselen uit de oudheid en begon deze systematisch in kaart te brengen. Tussen 1798 en 1807 kwamen er verschillende buitenlandse legers naar Egypte om te strijden om de macht. De Fransen en Engelsen werden beschouwd als bevrijders, maar werden in het begin van de 19de eeuw uit Egypte verdreven.
Als gevolg van ontevredenheid tegen de Osmanen ging een grote groep van Albanese huurlingen muiten. Mohammed Ali, ondercommandant van het Albanese leger, werd de machtigste man in Egypte. Tijdens zijn regeerperiode, tussen 1805 en 1848, maakte Egypte een enorme verandering mee. Mohammed Ali moderniseerde het land door spoorwegen aan te leggen, kanalen te graven en de landbouw uit te breiden. Aan de andere kant moesten belangrijke bouwwerken wijken voor zijn macht. Na de regeerperiode van Mohammed’s kleinzoon groeide de drang naar onafhankelijkheid onder de Egyptenaren.
In 1952 kwam een einde aan de ontevredenheid van de bevolking en er kwam een einde aan de oude dynastie van Mohammed Ali. In juni 1953 werd Egypte een republiek. Verschillende presidenten, waaronder president Nasser en president Sadat regeerde het land. Egypte was 30 jaar lang in oorlog met Israël.
Egypte nu en in de toekomst
Onder president, Hosni Moebarak, keerde de rust terug. Na de eerste februari revolutie, waarbij Moebarak is afgezet, kwam Morsi aan de macht,. In juli 2013 pleegde het leger onder leiding van Abdul Tatah al-Sisi een staatsgreep tegen president Morsi. Het leger zette Morsi gevangen en stelde Adly Mansour aan als interim-president. Op 25 en 26 mei 2014 vonden de volgende presidentsverkiezingen plaats, met Sabahi als enige tegenkandidaat van Al-Sisi. Sinds mei 2014 is Al-Sisi president en is de rust teruggekeerd in Egypte!