9 Januari, Luxortempels en de Souks
We hebben heel erg lang geslapen, maar echt uitgerust zijn we nog steeds niet. Na het ontbijt genieten we eerst nog een tijdje van de warme zon die recht op ons balkon staat. Het is zo'n 22 graden, dus ook in de schaduw is het aangenaam. Dan wordt het tijd voor de eerste tempel, die van Luxor. Midden in de stad, vlak langs de Nijl en het is eigenlijk verbazingwekkend dat er nog zoveel van is overgebleven. Hoewel we eerst van plan waren uitgebreide informatie over de bezienswaardigheden op de site te zetten, doen we dat toch maar niet. Daar zijn voldoende gespecialiseerde websites over en het maakt het lezen van dit reisverslag niet gemakkelijker. Dus in het kort: Amenhotep III (ca. 1375 v.Chr) heeft de oorspronkelijke tempel gebouwd maar Ramses II (ca. 1250) heeft het uitgebreid en zich de tempel toegeëigend door zijn naam overal op te laten schrijven. Helemaal achteraan (in het zuiden) is nog een kleine aanbouw uit latere tijd. Het is de tempel voor de drie-eenheid van Waset, later Thebe genoemd door buitenlanders (zoals Herodotus), Amon, Chonsu en Mut. De plaatselijke god Amon werd een landsgod toen Thebe de hoofdstad van Egypte werd. Er zijn mooie taferelen te zien zoals de volgeladen tafel links en imposante standbeelden zoals die van Ramses II rechts. Rondom de tempel liggen terreinen vol brokstukken die men nog probeert te reconstrueren.Wat een werk... net als het bouwen van deze tempel moet zijn geweest.
Vanaf de noordelijke ingang kunnen we een stukje allee aflopen waar aan de zijkanten allemaal beelden staan in de vorm van een sfinx. Deze allee ging vroeger helemaal door naar de tempel van Karnak, 3 kilometer verderop. Daar gaan we uiteraard ook nog heen. We lopen terug langs de Nijl en drinken no g wat op een terras. Ernaast ligt een onvoltooide boot die ik wel als huisje wil hebben. We maken hem zelf wel af... In het Winter Palace wachten we op de host van de reisorganisatie, want ook al denkt Teije heel wat te weten door zijn tijd hier, het is al wel lang geleden en het is altijd handig om op de hoogte te zijn van de laatste gegevens. Rechts de ingang van het Old Winter Palace, waar wij naast zitten.
En net als in Marrakesh heeft ook hier MacDonalds toegeslagen. Met de manager die buiten zat hebben we een hele discussie gevoerd waarom zo'n keten nou in Egypte moet staan. Hij was er uiteraard wel trots op en probeerde ons naar binnen te lokken, wij vonden het maar een wanstaltig gebouw dat eigenlijk niet past in deze kultuur. Maar tja, dat is onze persoonlijke mening. Misschien gaan we er nog wel een keer een milkshake drinken want het uitzicht schijnt wel mooi te zijn. Terwijl we door de enige echte lange winkelstraat lopen worden we uiteraard continue aangesproken, soms heel aardig en zonder te pushen, vaak een stuk brutaler en een enkele keer blijft iemand honderd meter naast je lopen, onderwijl zeurend om geld en pennen. Soms sleuren ze je bijna een winkel in. De winkel op de foto zijn we vrijwillig ingegaan om de koop van 3 t-shirts te beklinken met een kop karkadé, oftewel hibiscus-thee.
Ook hier heeft Teije de camera om z'n nek en drukt af en toe op het knopje zodat we zonder al te veel gedoe wat leuke foto's van straattaferelen hopen te krijgen. Wanneer je openlijk fotografeert in de wat armere buurten vindt men dat niet echt prettig of vragen ze geld. Ik heb wel plezier om al die mensen die je aanspreken en wat van je willen. Maar vrijwel altijd willen ze wat van ons, een pen, geld of dat we meekomen naar de winkel van hun oom die papyrus verkoopt die ook weer een neef heeft met een felouka (Nijl-zeilschip) die weer een achteropa heeft met een taxi. Je lijkt de hele stad te kunnen zien en alle souvenirs op te kunnen kopen bij 1 familie! Overal zie je huizen in aanbouw en wat het meest opvalt zijn de daken die klaar staan om een nieuwe verdieping op te zetten. Dit heeft te maken met belastingen. Zolang een huis nog niet af is hoeft een bepaalde belasting niet betaald te worden en men is alvast voorbereid op uitbreiding. Huis in aanbouw. Over de boulevard wandelen is hier ook erg leuk, je ziet van alles en allerlei mensen. Zoals de schoonmakers rechts die kunstjes moeten uithalen om een luxe cruiseschip te boenen. Het is na de middag steeds bewolkter geworden en het voelt ook wat kouder aan dan gisteren. Voor morgen zijn er nog wat wolken voorspeld maar daarna alleen nog maar zon. En ondanks de wolken blijft het zicht op de Nijl en de westoever grandioos met alle bootjes die langs de kade liggen. Wanneer het donker wordt lopen we langs de Luxortempel weer naar het hotel. We hebben vandaag met veel Egyptenaren gepraat en ze alleen maar resoluut afgewimpeld wanneer ze echt vervelend werden. Ze zijn aanhoudend wanneer ze je iets willen verkopen maar we zijn vriendelijk gebleven en ze tevreden gehouden zonder iets te kopen. Maar vermoeiend is het na een tijdje wel! Na een hapje eten blijven we in het hotel, het is te koud om nog lekker zonder jas buiten te lopen. Eventjes wat rust en vooral privacy, een begrip dat de Egyptenaren totaal vreemd is.
10 januari, Vallei der Koningen
Het is nog steeds bewolkt wanneer we wakker worden en niet warm genoeg om in t-shirt te gaan ontbijten. We hebben goed geslapen maar komen nog niet echt goed op gang. Dan eerst maar op een terras langs de Nijl nog wat koffie drinken. Toeristen van allerlei pluimage komt voorbij geslenterd evenals Egyptenaren met doeken over hun schouder waar iets onder lijkt te zitten. Bij de derde valt het kleed wat weg en zien we dat het grote vleeslappen zijn. Waarschijnlijk is de doek bedoeld voor de hygiëne... Wanneer we naar de ferry lopen, worden we uiteraard weer door iedereen aangesproken om ons een aanbod te doen voor een taxi, een koetsje, een feloeka of een motorboot. Ze houden zichzelf aan de praat en worden geirriteerd wanneer we na 5 minuten nog steeds nee zeggen. Alsof wij daar niet heel wat meer reden toe zouden hebben. Soms doen ze zelfs alsof je al half beloofd hebt met ze mee te gaan, maar je moet gewoon standvastig blijven. Vlak voor de ferry worden we aangesproken door iemand die wel aardig lijkt, een taxichauffeur die 's nachts heeft gewerkt en nu naar huis gaat. Ik vraag hem of hij een fietsverhuurzaak weet en uiteraard heeft hij een neef aan de andere kant van de Nijl. Aangezien hij verder niet opdringerig is en we een leuk gesprek hebben, lopen we op de westoever met hem mee. Een van de mannetjes die ons eerder heeft aangesproken staat er ook en kijkt ons bijzonder vuil aan. Wij lachen vriendelijk terug. We testen de fietsen eerst en ze zijn redelijk. Al gauw verlaten we het dorp en rijden door de groene vlakten richting woestijn. Als eerste monument zien we de Memnonkolossen, twee grote standbeelden van farao Amenhotep III waarachter ooit een grote tempel stond. Vrijwel alle steenblokken daarvan zijn echter voor andere tempels en huizen gebruikt. Vlakbij de plaats waar je tickets moet kopen voor de meeste monumenten (behalve de Vallei der Koningen en de tempel van Hatsjepsoet) ligt de plaats Koerna. Hier woonden in oude tijden de werklieden die hielpen de graven te bouwen en eveneens kwamen (en komen?) er de grootste grafrovers vandaan.
De laatste 5 kilometer moeten we licht bergop en in het nauwe dal wordt het steeds warmer. Maar als goede Hollanders fietsen we lekker door. Taxi's rijden af en toe langszij en gebaren dat ze de fietsen wel op het dak kunnen gooien. En dan zien we de vallei der koningen, in het Nieuwe Rijk (1550-1076 v.Chr.) uitgekozen als begraafplaats voor de farao's. Niet langer in piramides maar in rotsgraven. Deze vallei werd waarschijnlijk mede uitgekozen omdat vanaf de ingang van het dal een berg (links) te zien is die op een piramide lijkt. Vroeger mocht er al niet geflitsts worden in graven, nu zelfs helemaal niet meer gefotografeerd. Bij het graf van Toetanchamon (40 pond oftewel € 5,40) moeten we zelfs de camera inleveren. Het is het kleinste en meest eenvoudige graf in de hele vallei maar wel wereldberoemd door de bijna ongeschonden staat waarin het werd herontdekt. Voor Lies is het haar eerste live-ervaring in een Egyptisch graf, toch iets anders dan wanneer je het op tv ziet. In de volgende graven mag de camera wel mee maar de bewakers letten er sterk op of het lichtje op mijn digitale wel uit staat. Niemand heeft mij nog kunnen overtuigen dat fotograferen zonder flits slecht voor de wandschilderingen is dus druk ik regelmatig op de cameraknop. Deze wandschilderingen staan op de wanden van het graf van Toetmosis IV die ergens achteraan een zijdal ligt.
Er komen weinig mensen en de bewaker wilde ons tegen betaling ook foto's laten maken met flits. Het was moeilijk hem uit te leggen dat we dat uit principe niet wilden en zijn beste smoes was 'dat hier toch niet zoveel mensen komen'. De muurschilderingen zijn volgens mij al een stuk vervaagd sinds ik hier was tussen 1982 en 1990 en het zou zonde zijn wanneer er niets meer van die fantastische kleuren overblijft. De graven van Ramses III, VI en IX zijn gelukkig open, drie mooie en gemakkelijk te bezoeken graven. Wel wordt ik een keer op de vingers getikt vanwege de camera: dat lampje moet echt uit, meneer! Ook in het dubbelgraf van Taousert en Sethnacht kan ik nog een paar foto's maken. Dit graf was oorspronkelijk van Taousert maar is gewoon ingepikt door zijn opvolger. Misschien dat het komt doordat beide farao's al stierven na 2 jaar koningsschap en er geen tijd was een nieuw graf te maken. De vallei der koningen is een prachtig dal vol schitterende monumenten. Een aantal graven die ik graag aan Lies wilde laten zien (Ramses I, Seti I, Horemheb en Toetmosis III) zijn helaas dicht, maar dat is af en toe nodig om de lucht in de graven weer te laten 'bijkomen' van al die zwetende toeristen en voor onderhoud.
De hele middag al zijn we door ons water heen en in de verste verte geen winkeltje of restaurant te bekennen. Dus fietsen we snel terug naar de Nijl en ploffen bij de eerste tent neer waar we water kopen en thee drinken. Daarna leveren we onze fietsen in die het prima gedaan hebben en gaan op zoek naar het Nile Valley restaurant die uitgebaat wordt door ene Karin en haar Egyptische echtgenoot, Hamada. Vanaf het dakterras van het goed onderhouden gebouw hebben we mooi zicht op de Nijl en de oostoever met onder andere de Luxortempel. Het restaurant (er zit ook een hotel bij met goedkope en schone kamers) is ons aanbevolen door de host van Neckerman en hij heeft niet gelogen. We eten er en dat is ook prima, evenals de bediening. Een aanrader, vinden wij.
Wanneer we nog even een praatje maken met Hamada wisselen we 'websites' uit en beloven hem dat we zeker een link zullen plaatsen. In alle chaos van Luxor en de Westbank is deze plaats een oase van rust. Wanneer we een volgende keer hierheen gaan is dit hotel zeker een goede optie! 's Avonds gaan we nog wat terrasjes bij langs maar de trui moet nu wel aan. Onze voeten en benen hebben weer hard gewerkt vandaag met al het geklim en geklauter en niet al te laat gaan we terug naar het hotel om
nog wat te lezen. Het is een prachtige dag geweest en we hebben veel meer tijd in de vallei der koningen doorgebracht dan we hadden verwacht. Maar we hebben nog tijd genoeg...
11 Januari, Mummieficatiemuseum en Luxormuseum
Een stralende zon maakt ons vanochtend wakker en al vroeg zitten we aan het ontbijt. Maar na de toch wel inspannende dag van gisteren gaan we het vandaag weer lekker rustig aan doen. We proberen in onze vakanties een beetje een evenwicht te zoeken tussen dingen doen, bezoeken en bekijken en ontspanning. Ik heb al wel door dat je in Luxor rustig een hele week continue bezig kunt zijn oudheden te bekijken en aktiviteiten ondernemen, maar we zijn hier ook een beetje voor onze rust. Wat we dit keer niet zien wacht wel op de volgende keer (hopelijk). En, alles zien over de hele wereld, die hoop hebben we al opgegeven, helaas. En zo beginnen we weer met koffiedrinken op een zonnig terras langs de Nijl terwijl Egyptenaren ons proberen te verleiden tot een tochtje met hun taxi, koetsje of felouka. Zelfs op een krant kun je hier afdingen, zo merken we want een nederlandse krant die eerst 6 Euro kost, wat wij uiteraard veel te duur vinden, zakt al snel naar € 2.
Rustig wandelen we langs de Nijl tot bij het mummificatie museum. In deze kleine expositie worden heel mooi en duidelijk de rituelen van mummificatie en de voorwerpen die daarbij werden gebruikt, getoond. Geen overdaad aan voorwerpen maar een overzichtelijk geheel. Daarna gaan we weer langs de Nijl zitten voor de volgende bak koffie. Ook kopen we een aantal grote papyrussen met mooie afbeeldingen. We dingen af op de Egyptische ponden, vervolgens rekenen we ze om in Euro's en ronden het bedrag naar beneden af en betalen vervolgens in dollars waarbij de prijs nogmaals omlaag gaat. Toch handig, zo'n dure Euro. Op de Nijl is het weer een drukte van belang met felouka's en ook varen hier en daar wat luxe cruiseschepen weg. Boven de westoever van de Nijl is net de dagelijkse vlucht van de luchtballon begonnen. Kijken naar de Nijl is net als het kijken naar de drukte in een winkelstraat vanaf een terras. Regelmatig wordt de rust verstoord door het geroep van de muezzins, of eigenlijk de bandjes met gebeden die door luidsprekers vanaf de minaretten van de moskeeën de lucht in worden gesmeten. Ik vind het wel wat hebben, het herinnert er me zo duidelijk aan dat ik in een 'vreemd' land ben met een totaal andere cultuur dan de onze.
Teije wil me zo nodig nog wat favoriete plekjes laten zien en zo eten we wat in restaurant Maxime en lopen vervolgens naar het Sheraton. Na een lange discussie met een nogal aanhoudend jochie, drinken we wat op het mooie terras bij het zwembad en lopen vervolgens nog even door de tuin. Daar troffen we ook deze pelikaan. Een tip tussendoor: de pizzeria hier is bijzonder aan te raden, 15 jaar geleden al volgens Teije en anderen beamen dat nog steeds. We nemen een taxi terug naar het Luxormuseum en Teije belooft onderweg al dat er straks weer ruzie is om het bedrag. De taxichauffeur zal het gebruikelijke 'toeristen-tarief' vragen, maar aangezien wij de normale tarieven kennen willen we dat bedrag niet betalen. En inderdaad, nadat ik ben uitgestapt voeren ze voorin nog een uitgebreide discussie. Het verbaast me iedere keer weer: dan lijken ze ruzie te hebben en wordt er hevig gebekvecht, maar aan het eind betalen we minder en gaan we handenschuddend uit elkaar en zijn alle partijen blijkbaar tevreden. Ook het Luxor museum is niet zo groot maar er staan wel hele mooie beelden en voorwerpen, voornamelijk opgegraven in de buurt waaronder een paar dingen uit het graf van Toetanchamon. Toch biedt het geen overzicht en is het als geheel wat rommelig; gewoon een aantal mooie voorwerpen die in willekeurige volgorde mooi zijn neergezet. Minder leerzaam dan het mummificatiemuseum, ondanks de mooie beelden. Teruglopend langs de Nijl voeren we nog enkele discussies met bijna-boze Egyptenaren die niet snappen dat we niets van ze willen en dat we toch rekening moeten houden met hun armoede in deze barre tijden. Ze pochen zo op hun zogenaamde eerlijkheid en zijn zwaar beledigd wanneer je niets van ze wil kopen. Natuurlijk wil je wat van ze kopen, volgens hun, maar dan tegen een veel lagere prijs zodat je ze gewoon uitbuit. Maar wat je ook betaalt, wanneer zij jou niet uitbuiten dan verkopen ze echt niet!
Dit alles gebeurd al wandelend langs de Nijl waar de zon langzaam in het westen wegzakt, boven de Vallei der Koningen. Na een lekkere maaltijd in het hotel trekken we ons terug op onze kamer om weer wat bij te komen en ons voor te bereiden op morgen.
12 Januari, Karnak Tempelcomplex
Vandaag is bestemd voor een bezoek aan het grote tempelcomplex Karnak. Karnak ligt iets ten noorden van Luxor en het tempelterrein beslaat 1,5 vierkante kilometer, het grootste originele openluchtmuseum ter wereld. In ieder geval vanaf 1950 v.Chr. is hier gebouwd tot aan 150 v.Chr. Het zijn allemaal tempels en de belangrijkste is gewijd aan de plaatselijke god Amon die tijdens het Nieuwe Rijk staatsgod nr. 1 werd, als Amon-Ra. Samen met Moet (zijn vrouw) en Chonsu (hun kind) vormde Amon de drie-eenheid van Luxor. Sfinxen met een ramskop in de tempel en geiten en bokken erbuiten, een goede kombinatie. Een enkele inscriptie duidt erop dat de farao-beelden onder de ramskop van Ramses II zijn, maar zeker is dat niet. Nadat we door de immense eerste pyloon zijn gelopen komen we op de grootste tempelvoorhof die waarschijnlijk ooit gebouwd is: bijna 10.000 vierkante meter. Twee oudere tempels zijn gewoon opgeslokt door deze ommuring. Eigenlijk wordt in Karnak alles ouder naarmate je verder naar het centrum loopt. De oorspronkelijke tempels werden vervangen door nieuwe en iedere farao breidde het complex uit of verfraaide het meerdere glorie van de goden en vooral ook zichzelf.Heel indrukwekkend is de zuilenhal, gebouwd door Seti I en Ramses II (13e eeuw v.Chr.). Bijna 150 zuilen van 16 tot 24 meter hoog vormen een waar woud van versteende papyrusstengels. Bovenop zijn de zuilen verbonden door reusachtige stukken steen. Wanneer het de bedoeling is geweest om je als mens hier klein te laten voelen, dan is dat zeker gelukt. Ook al zijn de Egyptische goden dood, toch verwonderen we ons over de pracht van het geheel en het technisch vernuft dat men toen al moet hebben gehad. Ook Toetanchamon en zijn vrouw Anchesenamon hebben bijgedragen aan het complex.
Een aardbeving in de 1e eeuw v.Chr. heeft een behoorlijke chaos van de tempels gemaakt en het is wonderbaarlijk dat er nog zoveel overeind staat. Ook wanneer je bedenkt dat veel steen is gebruikt voor latere huizen en dat de farao's er niet vies van waren elkaars tempels af te breken en de stenen voor hun eigen bouwplannen te gebruiken. Oorspronkelijk waren de meeste zuilen en binnenmuren van tempels met heldere kleuren beschilderd. Vooral de kleuren okergeel, okerrood en diepblauw werden veel gebruikt. Nu is er niet veel meer van te zien, behalve bijvoorbeeld op deze zuil. Hier een aantal standbeelden bij elkaar die op verschillende plekken zijn gevonden. Er is veel zandsteen gebruikt in de tempels maar standbeelden van farao's en obelisken zijn bijna allemaal uit graniet, een harde steensoort die vanuit Aswan (200 km. naar het zuiden) werd aangevoerd. De twee hoogste obelisken zijn door Hatsjepsoet geplaatst, een van de weinige vrouwelijke farao's (Cleopatra is een andere bekende hoewel er nog een paar zijn geweest). Uit één stuk gehouwen, ruim 30 meter hoog, en op schepen meer dan 200 kilometer over de Nijl vervoerd, zijn ze in een krappe ruimte geplaatst. Haar opvolger heeft op allerlei plekken geprobeerd haar naam uit te wissen (maar pas aan het einde van zijn loopbaan, niemand weet waarom niet eerder) en rond de obelisken heeft hij muren gebouwd om ze onzichtbaar te maken. Misschien heeft hij zelfs geprobeerd ze omver te halen. Rechts de punt van een omgevallen obelisk van haar die een eindje verderop ligt. Misschien durfde hij de 2e niet omver te halen omdat er een ongeluk gebeurde bij de eerste en heeft hij vervolgens muren eromheen gebouwd. Hoe dan ook, de staande en de liggende obelisk zijn nog steeds twee prachtstukken binnen het tempelcomplex. Uren dwalen we rond, met een reisgids in de hand. Dit samenraapsel van tempels is niet eens de mooiste in zijn soort in Egypte maar het is wel erg indrukwekkend. Hoe zou het er wel niet uit hebben gezien in het oude Egypte zelf.
Prachtige gekleurde tempels die in gebruik waren door honderden, misschien wel duizenden priesters, terwijl de werkzaamheden voor nieuwe gebouwen maar door bleef gaan.
Een groot terrein vol brokstukken van tempels, genummerd en in een computer ingevoerd die probeert aan elkaar passende stukken te vinden. Zo ziet het grootste oppervlak van het terrein eruit: stukken zuil, stukken standbeeld en niemand weet wat waar hoort. Het puzzelwerk wordt bemoeilijkt doordat farao's vaak elkaars tempels gebruikten en inscripties gewoon lieten overschrijven met andere tekst. Een puzzeltje In het zuiden van het complex, waarlangs vroeger een sfinxenallee helemaal doorliep naar de tempel van Luxor (3 kilometer) staan nog twee jongere tempels uit de eerste eeuwen v.Chr. Osiris tempel. Hier zijn de hiërogliefeninscripties veel verfijnder en beter bewaard gebleven dan in de meeste andere delen van Karnak. Het is leuk weer eens uitgebreid door Karnak rond te dwalen.
Ooit ben ik hier (1988) bijna uit Egypte gezet omdat ik mijn groepen toeristen liep te gidsen en dat mogen buitenlanders niet zonder speciale toestemming. Het was meneer Zahi Hawass (tegenwoordig vaak te zien op Natioal Geographic als hoofd van het Egyptische archeologische departement) zelf die me 'betrapte' en het land uit wilde zetten. Hij was destijds o.a. hoofd van de officiële gidsen van Luxor en was zeer snel op zijn teentjes getrapt. Een Egyptische vriend, Kamal Ali Doma, heeft me 'gered'. Ik heb de afgelopen dagen al een paar keer naar hem geinformeerd en toevallig komen we iemand tegen die hem ook kent en weet dat hij met zijn boot bij het Sheratonhotel ligt, waar we gisteren waren. Na dit uitgebreide tempelbezoek zijn we hard toe aan wat verfrissing. Die is er wel in de vorm van wind, want het waait de hele dag al hard, zelfs zo dat de lucht grijs is van het zand. Maar wat Egyptische thee gaat er nu ook goed in en we blijven een hele tijd zitten om onze voeten wat rust te geven. Op onze wandeling erna worden we weer continue aangesproken en het is dan ook grappig om een etalage aan te treffen waarin in vele talen duidelijk wordt gemaakt dat er niet gezeurd wordt. We staan uitgebreid voor de winkel, maken een foto maar de eigenaar komt inderdaad niet naar
buiten om ons naar binnen te lokken.
In de smalle straatjes achter de Luxortempel komen we deze prachtige moskee nog tegen, maar het straatje is te smal en de gebouwen staan te dicht opeen om er een volledige foto van te maken. 's Avonds zitten we nog wat op een terras en eten wat in het hotel. Al met al is het toch weer behoorlijk vermoeiend geweest en hebben we weer heel wat cultuur en indrukken opgedaan. Weer een geweldige Egyptische dag...
14 Januari, Medinet Habu, Vallei der Koningen
En alweer beginnen we de dag lekker rustig. Na het ontbijt ploffen we eerst uitgebreid op een terrasje langs de Nijl neer voor wat koffie. Er valt al genoeg te genieten door te kijken naar het langs wandelend publiek, in- en uitheems en het verkeer op de Nijl. Daarna nemen we een taxi naar de westoever, maar de chauffeur wil absoluut geen prijs van tevoren afspreken. Geld speelt geen rol, zegt hij. Jammer voor hem, maar we kennen het 'normale' toeristentarief, 40 pond voor een halve dag plus nog wat fooi. Eerst laten we ons naar Medinet Habu rijden, de dodentempel van Ramses III hoewel meer farao's eraan gewerkt hebben. Het is alweer zo'n reusachtig complex waarvan de muren van onder tot boven beschreven zijn met hierogliefen en wandtekeningen, ondermeer hoe de farao zijn vijanden vernietigt. In de binnenhoven staan meer afbeeldingen van de farao die de goden aanbidt, maar voor het publiek moest vooral toch de kracht en de macht van de goddelijke farao worden getoond. En overal weer mooie zuilen. In deze tempel is iets meer kleur bewaard gebleven op de muren dan in de meeste andere tempels in Luxor. Hiernaast de god Anubis (god van de mummificatie), die de jakhals als heilig dier had en daarom met jakhalskop wordt uitgebeeld.
Wanneer we terug komen uit de tempel blijkt de chauffeur naar de moskee gegaan te zijn om te bidden. Wij wachten rustig op een terrasje met een kop muntthee. Het is wel lekker warm, maar regelmatig drijven er wolken voor de zon langs en er staat een stevig briesje. Dat is ook de reden dat we vandaag niet zijn gaan fietsen. Dan brengt hij ons naar de Vallei der Koninginnen waar een aantal vrouwen van farao's, maar ook veel prinsen, begraven liggen. De graven hier zijn kleiner dan die in de Vallei der Koningen maar de kleuren en schilderingen zijn veel beter bewaard gebleven. Helaas moeten we bij ieder graf onze camera inleveren en is het mooiste graf, dat van koningin Nefertari (vrouw van Ramses II) gesloten. Wanneer het weer opengaat is onbekend.
We zijn al weer heel wat uren zoet geweest met het bezoeken van de tempel en de graven in het dal en we laten ons daarna terugrijden naar Luxor. De graven van de edelen en de arbeiders die in de dorpjes op de westoever liggen bewaren we voor een volgend bezoek. We vragen de chauffeur ons af te zetten bij het Mövenpick hotel, dat bekend staat om z'n lekkere ijs. Ik geef hem 40 pond en nog eens een los tientje als fooi. Hij kijkt sip en vraagt om minstens 20 pond meer, maar dit is nou eenmaal de prijs. Wanneer je weet dat de meeste Egyptenaren die in het toerisme werken (obers, taxichauffeurs e.d.) maar 200 pond (€ 30) per maand verdienen en benzine vrijwel niets kost, is 50 pond een aardig bedrag. We nemen een kleine maaltijd en de mussen vallen op de resten aan zodra mensen van hun tafel vertrekken. Obers jagen ze met kranten weg. Het is hier decadent, maar wel heel lekker om even uit te blazen. En natuurlijk moeten we nog een echte Mövenpick sorbet, met koffie-caramel ijs. Het is een flinke beker voor nog geen 2 euro die we samen naar binnen werken. De zonsondergang zien we dit keer vanaf een Nijlterras en het wordt merkbaar kouder wanneer de zon achter de horizon verdwenen is. Volgens de weersvoorspellingen die we op internet lazen wordt het de komende dagen weer warmer, tegen de 25 graden.
's Avonds eten we nog een soepje in het hotel en we hebben een ober die steeds maar zegt dat hij 'tomorrow' terugkomt. Uiteindelijk krijgen we door dat hij de betekenis van het woord niet kent en 'straks' bedoelt. Do you want the soup now or tomorrow? Bijna iedereen kent wel wat Engels hier, maar vaak zijn het alleen losse woorden. Ik weet dat mijn Engels hier ook behoorlijk verpest is, want je gaat op dezelfde manier terug praten. Vloeiend Engels verstaan ze niet en met Engelsen en Amerikanen hebben ze meer moeite die te begrijpen dan mensen die steenkool-Engels spreken.
15 Januari, Luxor - Edfu - Kom Ombo - Aswan
Om half 6 gaat de wekker al, want vandaag vertrekken we naar Aswan en dat moet per sé in konvooi. Vroeger kon je ongelimiteerd door Egypte reizen, behalve door de Sinaï, maar tegenwoordig is dat niet meer zo. Na de moord op 58 toeristen bij de tempel van Hatsjepsoet door fundamentalisten is de bewaking van groepen toeristen en toeristische trekpleisters scherp verhoogd. Overal staan militairen met geweren en mitrailleurs. Bij hotels en bezienswaardigheden worden tassen onderzocht en moet je door een metaaldetector-apparaat. Of het echt helpt... We vragen ons af wat al die jonge jochies zullen doen wanneer er werkelijk een aanslag plaatsvindt. We delen een taxi met Susan en Astrid die ook in het New Winter Palace zitten en wel een dagje naar Aswan willen. Wij vinden het wel lekker om op onszelf te zijn, maar het klikt wonderwel goed tussen ons. Al pratende arriveren we bij onze eerste tussenstop. We worden lachend ontvangen en we weten al gauw waarom: 1 pond per wc-bezoek en er staat direkt al een hele lange rij. Voor de thee durven ze 5 pond te vragen, een prijs die we eerder in luxe hotels tegenkomen. Maar overal valt op af te dingen, op de thee en zelfs op de wc.
Onze volgende stop is in Edfu. Er staat een laat-Egyptische Horustempel (Ptolemaeën tijd, tussen 237 en 55 v.Chr.) die wat structuur betreft nog bijna helemaal intact is. Op deze plek zou Horus zijn boosaardige tegenstander Seth hebben verslagen. Op de wanden zijn uitgebreide verslagen te zien van deze strijd. Jammer is wel dat vooral veel gezichten onherstelbaar beschadigd hebben uit religieuze overwegingen. De onderste laag is echter nog redelijk onaangetast. Onze theorie is dat dat misschien komt doordat de tempel eeuwenlang onder het zand heeft gelegen. Hoewel de tempel pas laat is gebouwd, is het een klassiek voorbeeld van een Egyptische tempel uit bijvoorbeeld het Nieuwe Rijk dat ruim 1000 jaar eerder was. Misschien dat de van oorsprong Griekse overheersers daarmee duidelijk wilden maken dat zij ook volledig Egyptisch geworden waren. Lange tijd heeft het dorp Edfu boven op de tempel gestaan, nu is het dorp verplaatst toch buiten de tempelmuur. Armoedige krotten worden opgesierd met schotelantennes. De honderden toeristen die zich in de tempel verdringen maken wel duidelijk waar het geld vandaan komt.
Onze chauffeur jakkert door, 20 centimeter achter de bumper van een touringcar en omdat we het zo leuk hebben in de taxi vliegt de tijd om en zijn we al in Kom Ombo. Ook hier staat een tempel uit de Ptolemaeën tijd, gewijd aan twee goden: Sobek, de krokodillengod en Haroëris, de valkengod, een verschijningsvorm van Horus. De tempel is niet zo groot en meer een ruïne maar er zijn mooie taferelen te zien op de muren. Hoewel het sprekend lijkt op afbeeldingen uit het Nieuwe Rijk zit er toch iets vloeienders in de vormen en is een lichte Griekse invloed wel merkbaar. Wanneer we net een kop thee besteld hebben, worden we ineens door de chauffeur van het terras geroepen. We moeten opschieten, we zijn de laatsten, het hele konvooi wacht op ons. Terwijl we volgens de klok nog ruim een kwartier hebben. Rare jongens, die Egyptenaren, anders hebben ze nooit zoveel haast.
Voor 2 uur zijn we al in Aswan en de chauffeur dropt ons bij het New Cataract hotel, prachtig gelegen ten zuiden van het Elephantine eiland. We hebben geen kamer met Nile-view gereserveerd, maar na wat aandringen krijgen we er wel een. We nemen Astrid en Susan even mee naar boven om ze jaloers te maken. Maar genietend van een drankje op het beroemde terras van het Old Cataract hotel besluiten ze echter maar een nachtje in het veel luxere Old Cataract door te brengen. En hier zijn ze dan, de twee meiden waar we vandaag een hele leuke dag mee hebben gehad, in hun kamer, niet ver van waar Agatha Christie haar Murder on the Nile gedeeltelijk schreef. Zij blijven maar één nacht en gaan dan weer naar Luxor terug. Daar komen we ze volgende week wel weer tegen. Door de mooie lobby van het Old Cataract lopen we even terug naar onze kamer om even bij te komen van de reis. Teije heeft hier vroeger regelmatig gezeten, maar het New Cataract lijkt er wel wat op achteruitgegaan te zijn sinds die tijd (ruim 10 jaar geleden). Toch is het uitzicht dat we hebben wonderschoon, een plaatje gewoon. De blauwe Nijl stroomt aan onze voeten tussen de vele eilandjes door terwijl de woestijn iets verderop ligt. Een echte plek om uren van het uitzicht te genieten. Uitzicht vanaf Cataract hotel We lopen door de souk naar het Ramseshotel waar Teije vroeger nog vaker zat. Een toenmalige bellboy is nu de manager. Oude bekenden komt hij niet tegen. We gaan vroeg naar het hotel terug, want we zijn best wel moe. Maar we hebben nog alle tijd om Aswan te verkennen. En, wat ook heel lekker is, het is hier een stuk aangenamer en warmer. Een heerlijke plek.